6 oktober 2016
De bijtelling bij het inkomen voor het privégebruik van een auto van de zaak bedraagt in beginsel 25% van de cataloguswaarde van de auto. De bijtelling wordt verminderd met de vergoeding die de werknemer voor het privégebruik betaalt. Er hoeft geen bijtelling voor privégebruik te worden gedaan als de werknemer kan aantonen dat het privégebruik niet meer dan 500 kilometer op jaarbasis bedraagt.
Een werknemer probeerde zijn vakantiekilometers buiten het privégebruik te houden. Dat deed hij door met zijn werkgever een huurovereenkomst te sluiten voor de auto van de zaak voor de vakantieperiode. Op die manier zou de auto tijdens de vakantie niet door de werkgever ter beschikking zijn gesteld, en zou er dus geen bijtelling kunnen plaatsvinden. Buiten de vakantieperiode om bleven de in een jaar gereden privékilometers ruim onder de grens van 500 kilometer. De rechter ging niet mee in deze gedachte. Hij merkte ook de vakantiekilometers als privékilometers aan. Dat betekende dat er een bijtelling voor privégebruik bij het inkomen moest plaatsvinden. De rechter negeerde de met de werkgever gesloten huurovereenkomst. Wel mochten de door de werknemer als huur aan de werkgever betaalde bedragen als vergoeding voor privégebruik in mindering gebracht worden op de bijtelling. De inspecteur had bij het aanbrengen van de correctie daar al rekening mee gehouden.